5 tips voor wandelen op de Dutch Mountain Trail

Nog geen plannen voor deze zomer? Wij hebben voor je gezorgd! Want in ons eigen land kun je 100 kilometer hiken op de Dutch Mountain Trail. Samen met onze LOWA ambassadeur Elmar van thru-hiking geven we je 5 tips voor het wandelen op de Dutch Mountain Trail!

Deze relatief nieuwe wandelroute is de afgelopen jaren ongekend populair geworden en is misschien wel de zwaarste langeafstandswandeling van Nederland. De Dutch Mountain Trail loopt van Eyselbergen naar Maastricht via de 7 toppen van Zuid-Limburg. Je wandelt de hele route in ongeveer 4 tot 5 dagen en overnacht onderweg in een tent of comfortabelere accommodatie. Afgelopen najaar ging ik op ontdekkingsreis en geef je vijf tips voor het wandelen van de Dutch Mountain Trail.

1. wandelen op de Dutch Mountain Trail op weekdagen

De Dutch Mountain Trail heeft sinds zijn oprichting in 2020 een grote populariteit verworven. Het is een initiatief van het Dutch Mountain Film Festival (DMFF), dat elk jaar in Heerlen plaatsvindt. Hoewel jaarlijks vele wandelaars de 7 toppen beklimmen, is het ook mogelijk om het Zuid-Limburgse landschap te verkennen zonder veel andere wandelaars tegen te komen. Omdat het gebied ook populair is bij dagwandelaars en de meeste langeafstandswandelaars in het weekend op pad zijn, kun je deze dagen het beste vermijden.

Als je doordeweeks wandelt, bijvoorbeeld van maandag tot donderdag, heb je de paden voor jezelf en kom je slechts een handvol andere wandelaars tegen. 2. Pak licht in en alleen het hoognodige

Een open deur natuurlijk, en een geheugensteuntje. De route wordt immers niet voor niets beschouwd als de zwaarste langeafstandswandelroute van Nederland. Je loopt zo'n 25 kilometer per etappe en klimt elke dag een paar honderd hoogtemeters. Pak zo min mogelijk in zodat je zoveel mogelijk kunt genieten zonder zware rugzak. Wij hebben een uitgebreide paklijst voor langeafstandswandelingen samengesteld. Kies alleen wat je echt nodig hebt op deze route. Gelukkig hoef je niet veel mee te nemen, want de route komt altijd langs een dorp waar je eten kunt kopen en water kunt bijvullen. Een goede mackintosh, stevige schoenen en een comfortabele rugzak zijn natuurlijk een must. Ik vond het ook prettig om met stokken te lopen. Vooral als het een beetje geregend heeft, kan het pad een beetje modderig worden en hoge schoenen helpen dan.